De Martin-collectie bevat zo’n 5800 doosjes met fossiele schelpen die verzameld zijn op Java. De veldonderzoeker Franz Junghuhn legt tussen 1845 en 1848 de basis. Daarna raakt de collectie zoek, tot hij in 1878 wordt teruggevonden door professor Karl Martin, de eerste directeur van het Rijksmuseum van Geologie en Mineralogie in Leiden. De collectie wordt in de decennia daarna flink uitgebreid en door Martin gebruikt om zo’n 940 nieuwe soorten te beschrijven. Het is de belangrijkste collectie voor wetenschappelijk onderzoek aan fossiele schelpen van Zuidoost-Azië.

Alternative form voor Martin-collectie : special-collection|martin.