Bubo bubo (Linnaeus, 1758)

De oehoe is maximaal 75 centimeter groot en daarmee één van de grootste uilen ter wereld. Hij ziet er opvallend uit door zijn lange oorpluimen en grote oranje ogen. Zowel overdag als ‘s nachts hoort en ziet hij uitstekend. Hij kan zijn kop 180 graden draaien en spot van veraf zijn prooien: muizen, hazen, vogels en hagedissen. Soms jaagt hij op roofvogels of andere uilensoorten. Het mannetje verleidt het vrouwtje met een zware baltsroep: ‘hoe-oe’. In Nederland broeden enkele oehoepaartjes in oude kalksteengroeven.

%LABEL% (%SOURCE%)