De gestreepte tenrec lijkt op een egel. Zijn stekels en vacht zijn echter geel, zwart en wit gekleurd. De stekels beschermen hem tegen roofdieren als slangen, mangoesten en fossa’s. Hij heeft een lange snuit die hij gebruikt om wormen op te sporen en uit de grond te trekken. Ook eet hij bijvoorbeeld spinnen en insecten. ‘s Nachts slaapt hij in een ondergronds hol. Het mannetje en vrouwtje paren in het regenseizoen (november-april). Het vrouwtje bevalt na twee maanden van gemiddeld zes jongen. Het paar zorgt samen voor de jongen.