De madagaskarplatstaartgekko kleeft met zijn afgeplatte lichaam en de hechtlamellen op zijn tenen goed aan boomstammen. Dit doet hij vooral overdag, wanneer hij uitrust. Hij valt met zijn bruine, groene of grijze schutkleuren niet op. Als hij een roofdier, zoals een slang of roofvogel ziet, sist hij luid en zwiept hij met zijn staart. ‘s Nachts jaagt hij met zijn grote, goede ogen op insecten. Het vrouwtje legt één tot drie eieren op de bosbodem, die ze bedekt met bladeren. De eieren komen na ongeveer drie maanden uit.