De slijkspringer is een vis met een langgerekt lichaam, uitpuilende ogen bovenop zijn kop en borstvinnen als ‘voorpoten’. Hij leeft in ondiep water en op land. Daar ademt hij via de huid in zijn mond- en kieuwholte. Met zijn borstvinnen kruipt hij door de modder. Hij maakt flinke sprongen, waarbij hij zijn flexibele rug kromt. Zo vangt hij kleine wormen, larven, krabbetjes, kreeftjes en insecten. In de paaitijd zet het vrouwtje eieren af in een hol, waarna het mannetje de eieren bevrucht en bewaakt.