De grottenleeuw was een roofdier uit de ijstijd. Hij leek op de moderne leeuw, maar was zeker tien procent groter. Grottenleeuwen jaagden in familiegroepen op planteneters, zoals jonge mammoeten en neushoorns. De grottenleeuw had een grijze vacht. Mannetjes hadden geen manen. Dat weten we dankzij perfect bewaarde mummies van welpen uit Siberië en door afbeeldingen op grotwanden. De soort kwam ook duizenden jaren lang in Nederland voor. Nergens zijn zoveel fossiele botten van grottenleeuwen gevonden als hier.