Het edelhert is een groot hert met een sterk vertakt gewei. Mannetjes en vrouwtjes leven in aparte kuddes, die vooral in de schemering grazen. In de bronstijd vallen mannelijke kuddes uit elkaar. De mannetjes maken dan een karakteristiek laag geluid, burlen, waarmee ze vrouwtjes aantrekken. Hun geweien gebruiken ze om met elkaar te vechten. Het sterkste mannetje mag met de vrouwtjes paren. Na acht maanden zonderen vrouwtjes zich van de kudde af om te bevallen van één jong in het struikgewas.