Anser anser (Linnaeus, 1758)

De grauwe gans heeft een grijsbruin verenkleed, oranjeroze poten en een oranjeroze snavel. Zijn hals en kop zijn lichtbruin. De vogel eet grassen, plantenwortels, zaden, vruchten en oogstresten van akkers. Een grauwe ganzenpaar blijft levenslang samen. Het vrouwtje legt jaarlijks vier tot zes eieren. Van origine is de grauwe gans een trekvogel, al overwinteren steeds meer ganzen in Nederland. Veertig jaar geleden werd hij in de Oostvaardersplassen uitgezet om verdwijning te voorkomen. Tegenwoordig is de soort in Nederland heel algemeen.

%LABEL% (%SOURCE%)