De zeekoet is een zwart-witte zeevogel met een slanke nek en kop, een dunne zwarte snavel en een smalle oogstreep. Hij brengt vrijwel zijn hele leven door op zee. Hij zwemt veel en duikt regelmatig tot zo’n dertig meter diep. Hij jaagt op vissen, krabben, mosselen en kreeften. De zeekoet broedt in grote kolonies. Het vrouwtje legt één ei op een steile rotswand. Wanneer het jong zo’n twintig dagen oud is, springt het van de rotswand in zee, om daar voor het eerst zijn eigen voedsel te zoeken.