De roodbroekdwergvalk is een zeer kleine roofvogel van maximaal achttien centimeter groot. Hij heeft zwarte vleugels, een lichtgekleurde borst, en een roodbruine ‘broek’ en keel. Zijn kop heeft een zwarte kruin en een opvallend zwart-wit oogmasker. Hij zit vaak op een uitkijkpost, terwijl hij de grond en de lucht afzoekt naar insecten. Met zijn korte vleugels is hij wendbaar. Zo vangt hij vliegensvlug prooien in de lucht. In het broedseizoen (februari-maart) legt het vrouwtje zo’n vier tot vijf eieren. Het mannetje en vrouwtje verdedigen samen het nest en voeden samen de jongen.