De lepelaar is een grote, slanke, witte watervogel met een zwarte, lepelvormige snavel. De uiteinden van zijn vleugels en zijn poten zijn zwart. De lepelaar eet kleine zoet- en zoutwaterdieren als garnalen, kikkers, vissen en insecten. Hij schept ze zijdelings uit het water, waarbij de vorm van zijn snavel voor minimale golven zorgt. In de lente legt het vrouwtje tot vier eieren in een nest op de grond. Na vier maanden broeden door beide ouders komen de eieren uit.