De Noord-Amerikaanse katfret is een slank roofdier met een grijsbruine vacht en een lange, zwart-wit geringde staart. Hij heeft grote ogen en oren, waarmee hij ‘s nachts goed ziet en hoort. Behendig klimt hij in bomen en op kliffen. Met zijn scherpe klauwen jaagt hij op muizen, ratten, konijnen, eekhoorns en insecten. Ook vruchten staan op zijn menu. Het vrouwtje krijgt rond mei/juni één tot vier jongen. Na zo’n twee maanden gaan ze met hun moeder mee op jacht.