Macaca fascicularis (Raffles, 1821)

De java-aap is een makaak met een grijsbruine tot roodbruine vacht en een lange staart. De aap leeft in een sociale groep, waarin de rangorde belangrijk is. Hij brengt al klimmend, springend en slingerend veel tijd in de bomen door. Met zijn staart houdt hij balans. Regelmatig zoekt hij op de grond naar voedsel. Hij is gek op vruchten, maar eet ook insecten, bladeren, bloemen en zaden. Aan de waterkant jaagt hij op krabben, garnalen en kikkers. Het vrouwtje krijgt om de één à twee jaar een jong.

%LABEL% (%SOURCE%)