De zandhagedis is donkerbruin van kleur en twintig centimeter lang. Over zijn rug lopen rijen met oogvormige markeringen: donkere vlekken met een witte binnenkant. Zo merken roofdieren als roofvogels hem minder gauw op. Bij warm weer gaat de zandhagedis actief op zoek naar een lekker maaltje, zoals insecten of wormen. Na de winterslaap krijgt het mannetje een aantrekkelijke groene kleur en probeert hij een vrouwtje te verleiden. Het vrouwtje begraaft na de paring haar eitjes in het zand, waarna ze het uitbroeden overlaat aan de warmte van zon.