Odocoileus virginianus (Zimmermann, 1780)

Het ongeveer twee meter lange, lichtbruine witstaarthert heeft een staart met een opvallende witte onderkant. Die steekt hij omhoog en zwaait hij op en neer als hij vlucht voor een wolf of poema. Rond november zoekt het solitaire mannetje een vrouwtje om mee te paren. Zes maanden later baart zij maximaal twee jongen. De jongen staan direct op eigen poten en eten enkele dagen later gras en bladeren met hun ouders. De witte stippen op hun rug verdwijnen als het winter wordt; dan kleurt de vacht van alle witstaartherten grijs.

%LABEL% (%SOURCE%)