De Atlantische degenkrab leeft op de zeebodem dicht bij de kust. Hij heeft een sterk pantser dat hem beschermt tegen roofdieren. Het voorste deel van zijn lichaam is hoefijzervormig, het achterste deel bestaat uit een lange stekel. Op zijn tien poten loopt hij over de zeebodem, zoekend naar wormen, slakken, schelpdieren en algen. Degenkrabben komen jaarlijks massaal samen in ondiepe baaien om te paaien. De Atlantische degenkrab wordt een levend fossiel genoemd, omdat hij qua uiterlijk sterk lijkt op fossiele degenkrabben van 400 miljoen jaar geleden.