De Javaanse gibbon heeft een dikke, zilvergrijze vacht en een zwart gezicht. Hij behoort tot de mensapen en heeft dus geen staart. Toch klimt hij behendig in bomen. Met zijn uitzonderlijk lange armen slingert hij van tak naar tak. Zijn beweeglijke schoudergewrichten komen hierbij van pas. De aap eet het liefst vruchten, maar bladeren, bloemen en insecten staan ook op zijn menu. Een mannetje en vrouwtje verdedigen samen hun territorium en krijgen eens in de drie à vier jaar een jong. Het jong woont zo’n negen jaar bij zijn ouders.