De stekeloester is een tweekleppig weekdier. Op zijn witte schelphelften staan afgeplatte stekels. Hij wordt hij maximaal 40 centimeter lang. Waar de schelphelften aan elkaar zitten (de top), is hij oranjerood tot paars: dezelfde kleur waarmee een jonge stekeloester zijn leven begint. Als de schelp open staat, zuigt de stekeloester water naar binnen. Plankton en opgeloste voedseldeeltjes worden door de kieuwen verzameld en in slijm verpakt. Zo bereiken ze de mond. Gefilterd water stroomt, samen met onverteerde resten, via een aparte opening naar buiten.