Panthera pardus (Linnaeus, 1758)

Het luipaard is een grote, gevlekte katachtige met een lenig en gespierd lichaam. Hij kan zowel in natte bosrijke gebieden als in meer open en droge landschappen leven, zolang er maar voldoende prooien en schuilplaatsen zijn. Jagen doet hij ’s nachts. Op de open vlakten heeft het luipaard de gewoonte om zijn prooi mee de boom in te nemen. Daar loopt hij minder kans dat zijn buit door een hyena of leeuw wordt afgepakt. Sommige luipaarden hebben een overwegend zwarte vacht. Dit noemen we melanisme.

%LABEL% (%SOURCE%)