De wintereik is een boom die tot 40 meter hoog wordt en tot wel 800 jaar oud. Hij heeft een grijze, gekloofde stam. Zijn bladeren zijn eirond en regelmatig gelobd. Pas wanneer de wintereik ongeveer 40 jaar oud is, plant hij zich voor het eerst voort. De bloemen staan in mannelijke en vrouwelijke katjes. Ze worden bestoven door de wind. Na de bestuiving ontstaan eikels in behaarde napjes. De eikels worden verspreid door vogels en zoogdieren, zoals eekhoorns, die ze begraven en soms vergeten.