Pikaia leek op een soort platte worm zonder ogen. Hij is één van onze vroegste voorouders. Pikaia had een chorda, een elastisch staafje dat door de rug liep. De chorda is de voorloper van de wervelkolom en gaf het dier stevigheid. Pikaia gebruikte spierbundels aan de zijkant van het lichaam om te zwemmen in een zijwaartse S-vorm. Pikaia leefde vrij diep in de zee. Hij begroef zich in het zand op de zeebodem. Daar at hij kleine stukjes organisch materiaal die naar beneden zonken.