Paranthropus betekent ‘naastmens’, aangezien deze soort niet in onze voorouderlijke lijn zit, maar een zijtak vormt in de menselijke stamboom. Boisei had enorm grote kauwspieren die bovenop de schedel aan een soort kam vastzaten. In combinatie met de opvallend grote kiezen was de bijtkracht van deze mensachtige groot. Die kracht werd gebruikt voor het eten van stug, plantaardig voedsel als zaden, noten, wortelknollen en cypergrassen die in moerassen voorkomen. Boisei leefde mogelijk in sociale groepen onder een dominant mannetje met enkele vrouwtjes, vergelijkbaar met gorilla’s.