Homo sapiens - de soort waar alle nu levende mensen toebehoren - ontwikkelde zich in Afrika, zeer waarschijnlijk uit Homo heidelbergensis. Sapiens betekent slim of verstandig. Vergeleken met onze voorouders zijn we slank en lang. We hebben grote hersenen, een hoog voorhoofd, een plat gezicht met uitstekende neus en relatief kleine kiezen. Culturele uitingen als rotstekeningen, sieraden en kleding worden vanaf zo’n 40.000 jaar geleden gevonden. Waar de vroegmoderne mens vooral rondtrok als jager-verzamelaar, vond er rond 11.000 jaar geleden een omslag plaats, waarbij veel mensen op één plek bleven wonen. De hierbij ontwikkelde landbouwtechnieken en gedomesticeerde dieren boden een gevarieerd, omnivoor dieet.