Oncicola spirula (Olfers in Rudolphi, 1819)

Gedurende de evolutie zijn stekelsnuitwormen volledig aangepast aan het leven als parasiet van gewervelde dieren. Dat is bijvoorbeeld te zien aan hun intrekbare snuit (proboscis) met kromme stekels of haakjes. Daarmee houden ze zich vast aan de darmwand van hun gastheer. Een mond of darm is niet nodig, want stekelsnuitwormen nemen hun voeding - de darminhoud van hun gastheer - op via hun lichaamsoppervlak. Wat ze niet kunnen verteren, gaat via dezelfde weg naar buiten. De lengte van stekelsnuitwormen loopt uiteen van enkele millimeters tot tientallen centimeters.

%LABEL% (%SOURCE%)