Het oerpaardje woog maar 5 tot 7 kilo. Het leefde in tropische bossen die Europa bedekten. In de Duitse Messelgroeve zijn complete skeletten en zelfs weke delen gevonden. Soms is zelfs de maaginhoud bewaard gebleven. Zo weten we dat het oerpaardje bladeren en bessen at. Het dier had vier vingers aan de hand en drie tenen aan de voet. Bij moderne paarden zijn alleen de middelste vingers en tenen over. De overige vingers en tenen zijn in de loop van de evolutie gereduceerd tot kleine griffelbotjes.