Leonaspis sp. Richter & Richter, 1917

Trilobieten waren in zee levende geleedpotigen met een uitwendig skelet. Ze hadden een kopschild, een middenstuk en een staartschild. Ook in de breedte bestond hun lichaam uit drie stukken. Ze konden alleen groeien door te vervellen. De meeste soorten aten kleine stukjes voedsel die ze uit het water of uit de bodem filterden. Leonaspis had lange stekels aan de zijkant van zijn kop en lichaamssegmenten. Als hij zich oprolde staken de stekels naar buiten en beschermden ze hem tegen roofdieren.

%LABEL% (%SOURCE%)