Net als een echte eekhoorn beweegt de eekhoornkoekoek behendig door de boomtoppen en springt hij van tak naar tak. Hij vliegt maar korte stukjes en zweeft daarbij met af en toe een vleugelslag. Zijn staart is bijzonder lang en bestaat uit bruine veren met een witte punt. Zijn rug is kastanjebruin en hij heeft een gele snavel. In tegenstelling tot andere koekoeken vertoont de eekhoornkoekoek wel broedzorg. Beide ouders broeden de eieren uit en voeden de jongen.