De Atlantische steur is een vis van maximaal vijf meter lang. Hij heeft een langwerpig lichaam, een spitse kop en een lange snuit. In plaats van schubben heeft hij vijf rijen knobbelige beenplaten. Deze vormen een beschermend pantser. Onderaan zijn bek zitten vier bekdraden. Hiermee tast hij de bodem af op zoek naar bodemdiertjes, zoals wormen, kreeftachtigen en insectenlarven. Hij heeft geen tanden en slikt zijn prooi in één keer door. De trekvis zwemt in het voorjaar de rivieren op om te paaien. Jonge steuren groeien op in riviermondingen en trekken als volwassenen weer richting zee.