De 15 tot 25 centimeter lange pauwoogkeizersvis zwemt langs de wanden van koraalriffen en grotten. Over zijn lichaam lopen verticale geeloranje, witte en blauwzwarte strepen. Hij heeft een gele staart en een donkere vlek om zijn ogen. Jonge vissen hebben een ronde vlek op het achterste deel van de rugvin. De pauwoogkeizersvis eet onder andere sponzen. Het vrouwtje legt haar eieren tijdens een spiraalvormige dans, waarna het mannetje ze bevrucht. Na het uitkomen van de eieren verstoppen de jonge vissen zich in scheuren en spleten van het rif.