Op het afgelegen vulkanische eiland Mauritius had de dodo geen natuurlijke vijanden. Hierdoor waren zijn vleugels in de loop van de tijd zo klein geworden dat hij er niet meer mee kon vliegen. Aan het voortbestaan van de dodo kwam een einde door de komst van Hollandse zeelieden in 1598. Binnen een eeuw was hij uitgestorven. Het grootste probleem was de introductie van scheepsratten en varkens die niet alleen de dodo-eieren opaten, maar ook de zaden en vruchten waar de dodo van leefde.