Lutra lutra (Linnaeus, 1758)

De Europese otter is met zijn gestroomlijnde lichaam, waterdichte vacht en zwemvliezen tussen zijn klauwen helemaal aangepast aan leven in het water. Hij jaagt in de schemering en ‘s nachts op voornamelijk vissen, krabben en garnalen. Ook eet hij insecten, kikkers en kleine zoogdieren. Prooien onder water spoort hij met zijn snorharen op. Een vrouwtje krijgt na het paarseizoen meestal twee tot drie jongen. Deze blijven zo’n veertien maanden bij haar. Ze hebben dan alle tijd om spelenderwijs te leren duiken en jagen.

%LABEL% (%SOURCE%)