Delphinus delphis Linnaeus, 1758

De gewone dolfijn wordt zo’n 250 centimeter lang en heeft een lange snuit. Hij is gestroomlijnder dan de zwaargebouwde witflankdolfijn of de tuimelaar. Zijn bovenzijde is zwartgrijs, zijn buik wit. De zijkant van zijn kop, zijn flippers en de flank voor zijn rugvin zijn perzikgeel. De dolfijn leeft in grote groepen van soms wel 1000 dieren. Hij springt vaak uit het water en zwemt ook met schepen mee. Hij jaagt op vis. In het broedseizoen, vanaf het einde van de winter tot in de zomer, werpt het vrouwtje één jong.

%LABEL% (%SOURCE%)