Sciurus carolinensis Gmelin, 1788

De halve meter lange grijze eekhoorn leent zijn naam aan de kleur van zijn rug. Hij klimt behendig door de bomen met zijn lange staart en scherpe klauwtjes. Zo ontwijkt hij roofvogels, vossen en andere roofdieren. Hij eet paddenstoelen, fruit en noten. Noten slaat hij ook op voor de winter. Mannetjes en vrouwtjes paren twee keer per jaar, maar leven verder gescheiden. Een worp bestaat uit twee tot acht jongen, die allemaal kaal zijn bij de geboorte.

%LABEL% (%SOURCE%)