De slangenarend is een grote bruin-witte roofvogel met een gebandeerde staart. Zijn lange vleugels hebben een spanwijdte van meer dan anderhalve meter. Hij zweeft er langdurig mee op de wind. Biddend in de lucht zoekt hij naar slangen en hagedissen. Met zijn scherpe klauwen grijpt hij ze. Een slangenarendpaar bouwt een nest bovenop een lage boom. In april-mei legt het vrouwtje één ei. Vanaf augustus trekken de slangenarenden uit Europa naar Afrika om te overwinteren.