Gyps fulvus (Hablizl, 1783)

De vale gier is een grote gier met een spanwijdte van bijna drie meter. Hij zweeft uren op kilometers hoogte, op zoek naar kadavers van grote dieren. Hij steekt zijn lange nek en kale, witte kop diep het karkas in om bij het voedsel te komen. Met zijn haaksnavel scheurt hij het vlees van het kadaver af. De gier broedt in kolonies. Tussen december en maart legt het vrouwtje één ei in een nest op een rotsrichel. Na twee maanden komt het jong uit het ei.

%LABEL% (%SOURCE%)