De wilde zwaan is even groot als de knobbelzwaan, die het hele jaar door in Nederland voorkomt. De wilde zwaan is alleen in de winter in Nederland. Hij is slanker gebouwd en minder zwaar. De watervogel heeft een wit verenkleed en een zwart-gele snavel. Drijvend op het water zoekt hij met zijn lange nek onder water naar waterplanten. Ook eet hij grassen, kruiden, mossen en oogstresten van akkers. In het voorjaar legt het vrouwtje drie tot vijf eieren in een nest langs het water. Al in september vliegen de jongen vanuit de broedgebieden in het noorden mee naar gebieden met een gematigder klimaat.