De scholekster is een steltloper met een zwart-wit verenkleed, een oranje snavel en oranje poten. Aan de kust eet hij schelpdieren, krabben, wormen en garnalen. Hij bijtelt schelpen open met zijn snavel. Die slijt daardoor en wordt stomp, maar groeit snel weer aan. In het binnenland eet de vogel regenwormen en insecten, die hij uit het gras pikt. In het broedseizoen verdedigt een scholeksterpaar het territorium en nest fel. Het vrouwtje legt jaarlijks drie tot vier eieren in een kuiltje op de grond of op een dak.