De blauwe reiger is een grote vogel met een spanwijdte van anderhalf tot twee meter en een grijs en wit verenkleed. Met zijn hoge poten in ondiep water wacht hij geduldig op vissen, insecten en andere kleine dieren. Hij grijpt ze met zijn snavel uit het water. Zelf moet hij oppassen voor vossen. De reiger legt vier tot zes eieren in een nest in een boom en broedt deze gedurende vijfentwintig dagen uit. De jongen zijn na anderhalve maand zelfstandig. Reigers uit het noorden trekken ‘s winters naar warmere gebieden.