De kwak is een middelgrote reiger met een grijze borst, zwarte rug en twee sierveren die vanaf zijn nek groeien. Hij heeft opvallende rode ogen, waarmee hij voornamelijk ‘s nachts en in de schemering naar voedsel zoekt. Hij eet van alles: vissen, kikkers, wormen, salamanders, insecten, spinnen en kreeftachtigen. De kwak broedt in kolonies. Het mannetje en vrouwtje bouwen samen een nest in een boom aan het water. Ze zitten om de beurt op de eieren. De jongen verlaten na drie weken het nest.