De ooievaar is een grote zwart-witte vogel op lange rode poten. Met zijn lange rode snavel maakt een (volwassen)ooievaar een ‘klepperend’ geluid. Op zijn stelten waadt hij door ondiep water of loopt hij door weilanden, op zoek naar voedsel. Hij eet onder andere kikkers, muizen, mollen, hagedissen, regenwormen en insecten. Een ooievaarpaar broedt ieder jaar in hetzelfde takkennest, dat zich hoog op een schoorsteen, kerktoren of nestpaal bevindt. Een deel van de Nederlandse ooievaars vertrekt vanaf augustus naar Afrika. De grote afstand leggen ze met een trage vleugelslag op de thermiek af.