De boomvalk is een kleine roofvogel met lange, spitse vleugels en een relatief korte staart. Hij heeft een blauwgrijze bovenzijde, een zwart-wit gestreepte borst en een roodbruine ‘broek’. Met zijn lange vleugels vliegt hij snel achter insecten, zoals libellen, en kleine vogels aan. Zelfs gierzwaluwen grijpt hij met zijn krachtige klauwen uit de lucht. In het voorjaar legt het vrouwtje haar eieren in een oud kraaien- of eksternest. Ze broedt de eieren in ongeveer een maand uit. In het najaar trekken de vogels naar zuidelijk Afrika of Azië om te overwinteren.