De kip is een fazantachtige met een variërend verenkleed. Zijn gezicht, kam en lellen zijn rood. De haan is groter dan de hen en heeft opgestoken staartveren. Hij kraait om zijn territorium af te bakenen. De kip zoekt op de grond naar wormen, insecten, zaden en ander plantaardig materiaal. De hen legt één ei per dag, tenzij ze broeds is. Dan broedt ze gedurende 21 dagen op de eieren. De kip komt oorspronkelijk uit Zuidoost-Azië en is een gedomesticeerde diersoort. Hij wordt voornamelijk gehouden voor zijn eieren en vlees.