De waterspreeuw is één van de weinige zwemmende zangvogels. Hij heeft een opvallende witte keel en borst. Hij gebruikt zijn korte vleugels om te duiken. Bij het zwemmen sluit hij zijn ogen af met een doorzichtig membraan. Zo ziet hij prooien op de rivierbodem. Hij eet voornamelijk larven, maar ook kleine vissen, kreeftjes en waterpissebedden. Een waterspreeuwpaar bouwt een nest op de oever. Het vrouwtje legt gemiddeld vijf eieren. De jongen zijn al na drie tot vier weken zelfstandig. Het vrouwtje broedt dan ook meerdere keren per jaar.